Anonymous knowledge

Het onderzoeksproject Anonymous knowledge onderzoekt de receptie, verspreiding en status van anonieme teksten vanaf de late oudheid tot aan de hoge middeleeuwen, pakweg tussen 300 en 1200. De geografische focus ligt op het Latijnse westen, maar de teksten en hun receptiegeschiedenis worden bestudeerd vanuit een global perspectief. Het project, dat wordt geleid door Irene van Renswoude en Carine van Rhijn, ontving subsidie van Aspasia (NWO) en van de stichting Art, Books and Collections.

Middeleeuwse handschriften staan vol met anonieme teksten. Neem een willekeurig verzamelhandschrift en de kans is groot dat niet-toegeschreven teksten de meerderheid vormen. Onderzoekers richten zich echter liever op de geschriften van een handjevol bekende auteurs dan op anonieme werken. Het gevolg is dat anonieme teksten in diverse kennisgebieden, zoals astrologie, prognostiek, medische kennis, liturgie en theologie, grotendeels onuitgegeven en onbekend zijn gebleven. Hoe zou ons beeld van kennisgeschiedenis veranderen als we al deze relatief onbekende en weinig bestudeerde teksten in het onderzoek mee zouden nemen?

Een van de belangrijke vragen in dit project is hoe anonieme teksten geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en autoriteit verwierven. Hoe wordt kennis gevalideerd wanneer ‘autorisatie’ geen optie is? Welke andere middelen waren er voorhanden om betrouwbaarheid te testen? Nu steeds meer middeleeuwse handschriften met anonieme teksten digitaal beschikbaar zijn kunnen we dit soort vragen systematisch onderzoeken. Deze nieuwe onderzoeksmogelijkheden gaan echter vergezeld van nieuwe uitdagingen, zoals de kwestie hoe anonieme teksten het best opgenomen kunnen worden in handschriftdatabases waar het veld ‘auteur’ nog altijd een belangrijke zoekterm en organiserend principe is.

Deelprojecten

Carine van Rhijn (Universiteit Utrecht, Middeleeuwse geschiedenis), ‘Prognostic thinking (750-1000): texts, manuscripts, global connections’ bestudeert het nog niet eerder in kaart gebrachte corpus van prognostische teksten in continentale handschriften, en verkent de implicaties voor ons begrip van de cultuur van de vroege en hoge middeleeuwen.

Irene van Renswoude (Huygens ING, kennisgeschiedenis/ Universiteit van Amsterdam, boekwetenschap), ‘Authority, authors and anonymity (300-1200)’, bestudeert strategieën in handschriften om geloofwaardigheid en betrouwbaarheid te verlenen aan teksten die circuleerden zonder de naam van een betrouwbare auteur, en onderzoekt alternatieve vormen van autoriteit.

Bram van den Berg (Huygens ING, kennisgeschiedenis/ Universiteit van Amsterdam, boekwetenschap), PhD project ‘Prognostic texts in the early medieval Latin West. A cultural history of prognostics and prognostication in the writing centres of Fleury, Reims and the Bodensee monasteries’

Sebastiaan van Daalen, (Huygens ING, kennisgeschiedenis/ eCodicesNL) onderzoekt de concepten auteur en autoriteit in de late oudheid en vroege middeleeuwen met digitale methodes en corpus tools, in voorbereiding van een promotieonderzoek.

Middeleeuws manuscript met wetenschappelijke tekst in Latijn.

Laon, Bibliothèque municipale, ms. 265, 9th c., f. 2r (detail), Opschrift in kapitalen boven de anonieme Gesta salvatoris. Erboven staat de waarschuwing dat deze tekst ‘geenszins acceptabel’ is en geen autoriteit heeft. Geen auteur, geen autoriteit. Toch werd deze tekst veel gelezen.

Anonymous knowledge netwerk

Verbonden aan het Anonymous knowledge project is het Anonymous knowledge network. Hier buigen onderzoekers zich over kwesties die voortkomen uit de bestudering van anonieme teksten. Tot nu toe hebben twee projecten zich aangesloten bij het netwerk:

– ‘Beccaria 2.0’. Dit project inventariseert en beschrijft handschriften met medische kennis voor het jaar 1150, met speciale aandacht voor niet-klassieke en/of anonieme teksten die in deze handschriften zijn opgenomen. Projectleider: Claire Burridge (University of Sheffield)

– ‘Anonymous commentaries of the Lord’s Prayer in the early middle ages’ inventariseert, editeert en bestudeert het tot dusver nauwelijks onderzochte corpus van Pater noster commentaren tot 1200. Projectleider: Bastiaan Waagmeester (Universität TĂźbingen)

Vel uit middeleeuws manuscript met afbeelding van twee tabellen en tekst in latijn.

Einsiedeln, Stiftsbibliothek, cod. 321, 9e – 13e eeuw, p. 26 (10e eeuw): Twee computus tabellen, een bezwering en een anonieme prognostische tekst, bekend als De Openbaring van Esdras